Kunstenaar: Onbekend
Locatie: Norbertijnenstraat
Voor deze bijdrage van Beelden in Geleen heb ik het deze keer dicht bij huis gezocht naar waardevolle historische monumentjes. Met vermelding dat de Heemkundevereniging Geleen deze monumentjes in haar blad heeft beschreven neem ik de tekst grotendeels van hun beschrijving over:
“Geleen heeft een bevrijdingskapel”
“Als dank voor de bevrijding van de Duitse overheersing werd in 1945 een kapel gebouwd op het plantsoen aan de Norbertijnenstraat. Dit op initiatief van de buurt Steegstraat, zoals de huidige Norbertijnenstraat destijds genoemd werd. Sinds vele jaren werd bij gelegenheid van de Sacramentsprocessie vanuit de kerk van Oud-Geleen op dit punt bij het Kruis aan de Cötelbeek halt gehouden en de zegen gegeven. Dit gebeurde in die dagen waarbij de kruiskapel als rustaltaar fungeerde. De kapel werd door pastoor Frantzen van Oud-Geleen (1938-1959) ingezegend en de Geleense Pater Ferminus Hoofs hield een toespraak. De initiatiefnemers voor de oprichting waren onder andere de heren Collard, Cornips en M. Keulers. Aannemer Zef Willems werd benaderd om deze kapel te bouwen en het was in de Eindstraat woonachtige Hub Hendriks die het metselwerk verrichtte. Deze bakstenen kapel waarin een kruis met corpus is aangebracht heeft in de boog een sluitsteen waarin de letters A.D. (Anno Domini, In het jaar onzes Heren) 1945 zijn vermeld.
In de steen onder het kruis (afkomstig uit de kerk van Sint Odiliënberg) staat de tekst:
Gegroet o kruis, onze eenige hoop.
Het kruiskapelletje wil de herinnering vasthouden aan vier jaar onderdrukking en aan het geloof in een nieuwe tijd van vrijheid. Nu drie en zestig jaar geleden.
Bombardement
Op een stenen plaquette op de altaartafel staat de volgende tekst:
“Uit dankbaarheid dat onze Norbertijnenstraat gespaard is tijdens het bombardement”.
Want in de onmiddellijke nabijheid van de Norbertijnenstraat onderging Geleen op maandagavond 5 oktober 1942, even na tien uur in de avond een bombardement bij tragische vergissing uitgevoerd door bommenwerpers van Royal Air Froces (RAF). Door slecht weer raakten ongeveer dertig vliegtuigen uit koers en lieten in plaats van op Aken gedurende één uur hun bommenvracht op Geleen vallen. Drie en tachtig doden waren te betreuren. In de Eindstraat van Oud-Geleen vonden alleen al achttien personen de dood in de families Speetjens, Willems en Lemmens. Slechts één huis in de voormalige Steegstraat was na het bombardement onbewoonbaar, nummer 55.
Op maandag 18 september 1944 werd Geleen door de Amerikaanse troepen bevrijd.
Het corpus werd ontworpen en vervaardigd in het bekende atelier Cuypers te Roermond. De kapel is omgeven door lindebomen, die de laatste jaren als leibomen zijn geformeerd, hetgeen het geheel een apart cachet geeft. Plantsoen en kapel worden onderhouden door de gemeente Geleen-Sittard en de buurtvereniging Norbertijnenstraat.
Een aandachtspunt voor de gemeentelijke onderhoudscommissie zal moeten zijn dat het corpus een nieuwe vernislaag moet krijgen om verweer tegen te gaan.
Kruiswegkruis
Wegkruis. Na de wegreconstructies rondom de twee pleintjes is het crucifix bij de boom(linde) op het randje van de weg komen te staan. Er was toentertijd zelfs sprake van het verwijderen van het wegkruis. Dit gietijzeren kruis uit circa 1867 is een doorbroken gesloten geheel. In de voet een engel, staande op een console (verhoging) met twee pilasters, gekleed in tuniek. Het hoofd van de engel is naar rechts gericht.
In de linkerhand heeft hij een uitstekend zwaard. Boven de engel is als overgang naar het corpus een gevleugelde zandloper, geflankeerd door twee pinakels(siertorentjes in gotische stijl). Rond het corpus een stralenbundel als deellijnen in de hoeken van het kruishout.
Oorspronkelijk stond de boom in de zuidwesthoek van de Steegstraat (het oudste gedeelte van de Norbertijnenstraat). Het gietijzeren kruis met Christusfiguur en de engel staan reeds generaties lang op een natuurstenen sokkel. Nu staat dit crucifix met de voorkant naar het oosten. Kijkend naar de Kinkenweg. Een oude karavaanroute.
Kinken
Professor Arthur Schrijnemakers geeft de volgende uitleg aan het woord “Kinken”. De oorspronkelijke betekenis van het woord “kinken”of “kenken” is merkten = ter markt brengen.
Het woord is afkomstig van het franse woord “Quincaillier”-Spreek uit: kinkálié- hetgeen betekent: een handelaar in kleine metaalwaren die van dorp tot dorp trok met zijn waar vastgebonden op paard of ezel.
Zo werden de gedolven kolen in het begin van de Limburgse kolenwinning rond Kerkrade naar deze streek ook vervoerd. Op en aan de paarden en ezels werden de zakken met kolen vastgebonden en zo ontstond een karavaan van Kaole-Kinken. Ook spreekt men van Kaore kinken = graantransport.
De route van deze karavaan liep over de Koolweg in Puth via het Danikerbos naar de Kinkenweg, langs het kruis in de Norbertijnenstraat en zo op weg naar Berg en Urmond.
Plaquette
Op de hoek van de Carmelietenstraat en de Norbertijnenstraat is in huize Collard een plaquette uitgemetseld voorstellende een mijnwerker in actie. De verbondenheid van de eigenaar-bewoner met het (staats)mijnbedrijf werd nogal eens door een gevelsteen met een mijnwerkersmotief uitgebeeld, zoals dit ondermeer te zien is aan de woningen Eindstraat 36 en Carmelietenstraat 92: Huize Collard, nu bewoond door zijn dochter Thea.
Sef Lemmens