Kunstenaar: Eugène Quanjel 1938 -1994
Locatie : Emmaplein
De Oranjeboom is reeds door de eeuwen heen het symbool van onze vrijheid en verbondenheid met het Oranjehuis. De naam komt in Nederland voor als familienaam, biermerk en is de naam van menig café, restaurant en apotheek tot geschiedkundige verenigingen toe. Er is in Nederland zelfs een molen die Oranjeboom heet. In de versierselen die behoren bij de Huisorde van Oranje zijn bijvoorbeeld twee takjes terug te vinden van de Oranjeboom.
Optocht
De Oranjeboom in Geleen van Eugène Quanjel kent een bijzondere geschiedenis. In 1938 sierde de artistiek gesmede boom een optocht ter gelegenheid van een bezoek van koningin Wilhelmina aan de gemeente Geleen. Dit sprak de Geleense bevolking zo aan dat besloten deze Oranjeboom een vaste plek te geven. Hierna kreeg de boom een vaste plaats op de hoek Markt en Bernhardstraat. Enkele maanden na de Duitse inval probeerden NSB-ers in juli 1940 de smeedijzeren boom reeds met een zuurstofbrander af te branden. Dit werd toen nog verijdeld door verontwaardigde inwoners. De vernielers werden zelfs gearresteerd en de boom werd hersteld. Waarschijnlijk in 1943 is de boom op last van de gemeente en waarschijnlijk onder druk van de NSB verwijderd. De boom zou een plek van samenkomst kunnen zijn van koningshuisgezinden, zo vreesde men. Zeven jaar later werd hij in 1950 weer herplaatst. In 1960 was de eerste uitbreiding van het Geleens gemeentehuis voltooid. Bij die gelegenheid kwam er ook een wegconstructie. Het plantsoentje met de Oranjeboom werd in 1965 opgeruimd. Er bestaat een ansichtkaart waarop dit plantsoentje met Oranjeboom is te zien. Vanaf dan ontbreekt echter ieder spoor.
Vorm
In het begin van de jaren negentig van de twintigste eeuw vroeg men, vanuit de Heemkundevereniging Geleen, de inmiddels hoog bejaarde kunstenaar naar de boom. Hij tekende opnieuw het ontwerp. Men gaat ervan uit dat het een exacte kopie is van de eerste boom, alhoewel de kunstenaar door de jaren en de veranderingen ook een artistieke evolutie heeft meegemaakt. Zou deze hetzelfde zijn geweest, dan moet Quanjel’s ontwerp destijds een verpletterende indruk hebben gemaakt. De boom met zijn gestileerde vorm is gemaakt van gegalvaniseerd metaal met oranje geverfde bollen. Met zijn gestileerde vormen doet het denken aan een molecuul model of een zwevend atoom. Het oogt dan ook zeer futuristisch. Dit wordt nog versterkt wordt door het gebruikte materiaal; gegalvaniseerd metaal. De takken worden naar buiten toe alsmaar dunner en verbeelden daarmee op sprekende wijze het begrip groei. Opvallend zijn de van beneden naar boven steeds kleiner wordende oranje bollen. Hierdoor heeft de kunstenaar een groter perspectief gesuggereerd.
Herinnering
In de aanloop naar de komende viering van vijftig jaar bevrijding Geleen (1998) gingen in Geleen stemmen op de Oranjeboom weer terug te plaatsen. Verschillende verenigingen en instanties in Geleen ontfermden zich over dit project met als gangmaker de stichting Museum en Expositie Geleen. Aan de hand van het ontwerp van Quanjel werd het kunstwerk vervaardigd door het Geleens Pijpleiding en Constructiebedrijf Ouwerkerk. Dit was ook de grootste sponsor. Andere bijdragen kwamen van Caanen BV, Schroen BV , de gemeente Geleen en Bierbrouwerij Oranjeboom te Breda. Op Bevrijdingsdag 5 mei 1994 werd de Oranjeboom in het bijzijn van de 96-jarige kunstenaar en zijn echtgenote door burgemeester Lurvink en een kleindochter van Quanjel van de laatste Oranjebollen voorzien. De Oranjeboom was weer compleet. De omwonenden werden bij die gelegenheid gevraagd om het kunstwerk te adopteren
Quanjel
Eugène Quanjel was een veelzijdig en gedreven kunstenaar. Hij werd geboren in Heerlen op 18 december 1897. Hij woonde in Heerlen en werkte bij de Staatsmijnen in Limburg als bouwkundige, waar hij in 1962 met pensioen ging. Quanjel was ook de ontwerper van de jubileumstoet die in 1952 door Geleen trok ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de Staatsmijnen in Limburg. Quanjel was kunstschilder, beeldhouwer en architect. Hij schilderde in impressionistische trant landschappen, stadsgezichten, bloemen en andere onderwerpen. Hij ontwierp monumenten en bekwaamde zich ook in glas-in-lood ramen. In Geleen, Mariarade, Ophoven, Spaubeek,, Stein, Treebeek en Urmond herinneren nog diverse monumenten aan zijn rijk kunstenaarsleven. Op artistiek gebied was hij een duizendpoot. Hij exposeerde onder andere in Rolduc, Den Haag, Heerlen, Hanenhof Geleen en kasteel Cortenbach. Quanjel werkte nog tot op hoge leeftijd. Hij overleed, honderd jaar oud, in zijn geboorteplaats Heerlen op 12 maart 1998.
Harry Strijkers
Fragment uit het oorlogsdagboek van Mr. H.W.M. Op den Camp, gepubliceerd in het blad van de Heemkunde Vereniging, 1991-1
Woensdag 3 juli 1940
‘Vandaag beleefden we een relletje met de N.S.B. Omstreeks half zeven hielden de N.S.B.ers de politie op uiteenlopende punten bezig met opstootjes. Zodoende was de politie over de gehele gemeente verspreid en de twee agenten van het politiebureau werden ook door de N.S.B.ers bezig gehouden. Daarvan maakten de andere landverraders gebruik om de Oranjeboom, een artistiek smeedwerk uit een Oranje-optocht, af te branden door middel van een zuurstofbrander. De mensen die kwamen kijken, vertelde men, dat zulks gebeurde op last van de gemeente. Toen later bleek, dat dit niet het geval was, heeft het volk verschillende N.S.B.ers neergeslagen, zo groot was de woedde en verontwaardiging. De vernielers van de boom werden door de politie gearresteerd en nog diezelfde avond werd de Oranjeboon hersteld. De werklui die het zaakje moesten opknappen, werden met luid hoerageroep en handgeklap verwelkomd. Er werd streng gepatrouilleerd door de politie. Niemand mocht op de Markt blijven stilstaan en samenscholingen van meer dan twee personen waren verboden’.